De huidige opwarming van de Aarde wordt geweten aan de voortdurende toename van broeikasgassen (zoals kooldioxide en methaan) in de atmosfeer.[14] De gemiddelde temperatuur aan de randen van Antarctica, maar wellicht zelfs in het binnenland, is sinds een eeuw toegenomen, zo blijkt uit metingen van weerstations en ijsanalyses van boorkernen.[15] Ook de gemiddelde temperatuur van het zeewater rondom het continent is toegenomen. Dit is een factor die bijdraagt aan het smelten/afkalven van gletsjers die deels op land, deels op zee rusten. Hierbij bestaan regionale verschillen. Met name de ijsmassa op het noordelijk Antarctisch schiereiland en de West-Antarctische ijskap op het gebied bij de Amundsenzee neemt af. Het afkalvingsfront trekt op deze plekken duidelijk terug. Dit proces is versneld vanaf 2002.
Volgens de Franse glacioloog Eric Rignot is het proces van afsmelten en in zee glijden van de gehele Westelijke Antarctische ijsplaat "onomkeerbaar". Dit is voldoende ijs om de zeespiegel een meter te laten stijgen. Alleen het tijdsbestek is onzeker: zowel twee eeuwen als twee millennia behoren tot de mogelijkheden,[16] maar het zou nog sneller kunnen gaan.[17][18]
In 2016 ontstond ongerustheid over de stabiliteit van de Oost-Antarctische ijskap, naar aanleiding van een onderzoeksrapport van poolonderzoeker Jan Lenaerts en zijn team van het IMAI in Utrecht. Van een vanuit de lucht waargenomen mysterieuze kraterachtige reuzencirkel (doorsnee 3 km) in het ijs van de Koning Boudewijn-ijsplaat in Oost-Antarctica meent hij te kunnen bewijzen dat deze niet het gevolg is van een meteoorinslag, maar van smeltwater.[19][20] Recenter onderzoek laat echer geen duidelijke trend in Oost-Antarctica zien, zie onder.
Onderzoek naar veranderingen in de ijskap kan op verschillende manieren plaatsvinden. Elke methode heeft voor- en nadelen. Voor een belangrijk deel wordt gebruik gemaakt van satellietwaarnemingen. Dat kunnen hoogtemetingen van de ijskap zijn (altimetrie), massametingen (grimetrie) en input-output modellen (berekeningen van de sneeuwval, smelt, afstroom en afkalving).
Massametingen zijn o.a. gedaan met de GRACE-satellieten. Bij massametingen kunnen de drijvende ijsplaten (ice shelves) langs de randen niet gemeten worden. Afsmelten daarvan heeft geen invloed op de gemeten massa, en op de stijging van de zeespiegel. Indirect is het afsmelten van de ijsplaten wel van invloed; de gletsjers op het continent kunnen daardoor sneller gaan bewegen.
Recente rapporten over de masseranderingen op Antarctica wijzen allemaal op een masserlies, maar geven verder geen eenduidig beeld. Wel is het duidelijk dat het masserlies plaatsvindt op West-Antarctica en op het Antarctisch Schiereiland. Op Oost-Antarctica is geen duidelijke trend. Van de gritatiemetingen verschijnen regelmatig updates[21]; Deze laten een masserlies zien van (volgens opge, februari 2025) 136 Gigaton per jaar.[22] In 2022 was er sprake van aanwas, door bovengemiddelde sneeuwval.
Het IMBIE-team (Ice Sheet Mass Balance Inter-comparison Exercise) heeft enkele rapporten uitgebracht waarin de onderzoeksresultaten van de verschillende meetmethodes gecombineerd zijn. Een rapport uit 2023[23] vond een iets geringer masserlies dan uit de gritatiemetingen blijkt. In 2024 verwees de Europese klimaatdienst Copernicus naar recenter IMBIE-gegevens[24] die juist veel meer masserlies te zien geven. Het onderliggende rapport laat nog op zich wachten (maart 2025). De door Copernicus gepubliceerde gegevens zijn in grote tegenstelling tot gegevens in een kort daarvoor verschenen rapport van de WMO[25], gebaseerd op gritatiemetingen, die juist veel minder masserlies te zien geven dan eerdere publicaties.
Er zijn verschillende oorzaken van de opgetreden onzekerheid. Een belangrijk punt is dat niet alleen de (massa van de) ijskap verandert, maar ook de massa en de hoogte van de onderliggende rotsbodem. Door veranderingen in de ijskap past de rotsbodem zich aan (Postglaciale opheffing) waarbij niet alleen de bodem omhoog kan komen maar ook materiaal toestroomt in de aardmantel. Hiervoor moet gecorrigeerd worden.